Objectbeheer Snelstart

Om je snel op weg te helpen met het instellen van objectbeheer binnen jouw organisatie met behulp van Gfacility, is deze snelstarthandleiding samengesteld. Hierin ontdek je hoe je eenvoudig en snel objectbeheer kunt configureren.

Hoe werkt Objectbeheer

Objectbeheer is gebaseerd op autorisaties, filters en sjablonen.

• Autorisaties: Definieer met autorisatiegroepen wat gebruikers mogen doen en zien binnen een object.

• Filters: Stel met hoofdfilters in welke objecten een gebruiker mag bekijken.

• Sjablonen: Bepaal met sjablonen welke velden zichtbaar zijn binnen een object.

Configuratie schetsen

Voordat je begint met de configuratie, is het slim om een schets te maken van de gewenste objectbeheeropzet. Gebruik hiervoor een standaard sjabloon waarin je definieert welke vragen en statussen je per object wilt vastleggen.

Configuratie uitvoeren

Autorisatiegroep aanmaken

Maak autorisatiegroepen aan en bepaal de rechten ervan. Op een later moment kun je sjablonen en filters toewijzen aan deze groepen om te bepalen welke objecten ze mogen aanmaken en zien.

Configureren basisgegevens

Bij het configureren van sjablonen kom je standaard verwijsvelden tegen. Configureer deze eerst voordat je sjablonen aanmaakt. Denk hierbij aan:

• Organisaties: structuur om objecten toe te kennen aan organisatieonderdelen.

• Locaties: structuur om objecten toe te kennen aan locaties.

• Classificaties: structuur om objecten te classificeren.

• Werkgroepen: toewijzing van objecten aan werkgroepen.

• Gebruikers: toewijzing van objecten aan verantwoordelijke behandelaars of gebruikers in gebruik.

• CI-typen: type CI op basis waarvan de workflow/statussen worden afgeleid.

Configureren sjablonen

Zodra alle basisgegevens zijn geconfigureerd, kun je de sjablonen instellen.

Configureren aanpasbare velden

Wil je extra informatie vastleggen die niet standaard in de sjablonen aanwezig is? Maak gebruik van aanpasbare velden om deze informatie beschikbaar te stellen.

Hoofdfilters en Openbare Filters Configureren

Configureer de juiste hoofdfilters om te bepalen welke gebruikers welke objecten mogen bekijken. Maak vervolgens gebruik van openbare filters om de weergave van informatie op de gewenste manier aan te passen. Hiermee optimaliseer je de toegang tot en presentatie van objectinformatie binnen je organisatie.